Home

Hoge Raad, 15-06-2018, ECLI:NL:HR:2018:937, 16/03750

Hoge Raad, 15-06-2018, ECLI:NL:HR:2018:937, 16/03750

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
15 juni 2018
Datum publicatie
15 juni 2018
ECLI
ECLI:NL:HR:2018:937
Formele relaties
Zaaknummer
16/03750

Inhoudsindicatie

HR: art. 81.1 RO.

Uitspraak

15 juni 2018

nr. 16/03750

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van fiscale eenheid [X1] Beheer B.V., [X2] B.V. cs te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 14 juni 2016, nr. 15/00595, op het hoger beroep van de Inspecteur alsmede het incidentele hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nr. HAA 14/4087) betreffende een aan belanghebbende over de periode 1 januari 2009 tot en met 31 december 2011 opgelegde naheffingsaanslag in de omzetbelasting.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij twee middelen voorgesteld.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.

2 Beoordeling van de middelen

De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3 Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing