Hoge Raad, 15-06-2018, ECLI:NL:HR:2018:940, 17/04714
Hoge Raad, 15-06-2018, ECLI:NL:HR:2018:940, 17/04714
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 15 juni 2018
- Datum publicatie
- 15 juni 2018
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2018:940
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2017:4037
- Zaaknummer
- 17/04714
Inhoudsindicatie
HR: art. 81.1 RO.
Uitspraak
15 juni 2018
nr. 17/04714
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 29 augustus 2017, nr. 16/00161, op het hoger beroep van de Inspecteur tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nr. HAA 15/4659) betreffende het door belanghebbende gedane verzoek om een veroordeling in de proceskosten.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij vier middelen voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.