Home

Hoge Raad, 22-06-2018, ECLI:NL:HR:2018:961, 17/05673

Hoge Raad, 22-06-2018, ECLI:NL:HR:2018:961, 17/05673

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
22 juni 2018
Datum publicatie
22 juni 2018
ECLI
ECLI:NL:HR:2018:961
Formele relaties
Zaaknummer
17/05673

Inhoudsindicatie

HR: art. 81.1 RO.

Uitspraak

22 juni 2018

nr. 17/05673

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 24 oktober 2017, nr. 16/01227, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Overijssel (nr. AWB 16/708) betreffende de ten aanzien van belanghebbende gegeven beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken en de aanslagen in de onroerendezaakbelastingen van de gemeente Zwolle voor het jaar 2015 betreffende de onroerende zaak [a-straat 1] te [Z].

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.

Het dagelijks bestuur van het Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus‑Tricijn (hierna: GBLT) heeft een verweerschrift ingediend.

Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.

GBLT heeft een conclusie van dupliek ingediend.

2 Beoordeling van de klachten

De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3 Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing