Home

Hoge Raad, 22-06-2018, ECLI:NL:HR:2018:967, 18/00940

Hoge Raad, 22-06-2018, ECLI:NL:HR:2018:967, 18/00940

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
22 juni 2018
Datum publicatie
22 juni 2018
ECLI
ECLI:NL:HR:2018:967
Formele relaties
Zaaknummer
18/00940

Inhoudsindicatie

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.

Uitspraak

22 juni 2018

nr. 18/00940

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 23 januari 2018, nrs. 17/00652 tot en met 17/00654, betreffende de ten aanzien van belanghebbende gegeven beschikkingen op grond van de Wet waardering onroerende zaken en de aanslagen in de onroerendezaakbelastingen van de gemeente Huizen voor het jaar 2016 betreffende de onroerende zaken [a-straat 1], [a-straat 2] en [b-straat 1] te [Q].

1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij aangetekende brief van 11 april 2018, die volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL is afgehaald van de afhaallocatie, gewezen op de verschuldigdheid van griffierecht en voor de betaling een termijn van vier weken gesteld. Het griffierecht is niet voldaan.

De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij aangetekende brief van 17 mei 2018 in de gelegenheid gesteld mee te delen waarom het griffierecht niet tijdig is betaald. Hetgeen de gemachtigde van belanghebbende in zijn brief van 25 mei 2018 heeft aangevoerd ter zake van de bezorging van de aan hem geadresseerde aangetekende herinneringsbrief, vormt geen grond voor het oordeel dat belanghebbende niet in verzuim is geweest.

Het beroep in cassatie moet op grond van artikel 8:41, lid 6, Awb derhalve niet-ontvankelijk worden verklaard.

2 Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

3 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 22 juni 2018.