Hoge Raad, 20-09-2019, ECLI:NL:HR:2019:1389, 18/03569
Hoge Raad, 20-09-2019, ECLI:NL:HR:2019:1389, 18/03569
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 20 september 2019
- Datum publicatie
- 20 september 2019
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2019:1389
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2018:2859
- Zaaknummer
- 18/03569
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 18/03569
Datum 20 september 2019
ARREST
in de zaak van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen
de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 6 juli 2018, nrs. 16/03736 tot en met 16/03741, betreffende aan belanghebbende over de periode 1 januari 2009 tot en met 31 december 2014 opgelegde naheffingsaanslagen in de omzetbelasting.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.
2 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
3 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en L.F. van Kalmthout, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 20 september 2019.