Hoge Raad, 20-09-2019, ECLI:NL:HR:2019:1403, 18/05142
Hoge Raad, 20-09-2019, ECLI:NL:HR:2019:1403, 18/05142
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 20 september 2019
- Datum publicatie
- 20 september 2019
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2019:1403
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2018:4541
- Zaaknummer
- 18/05142
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 18/05142
Datum 20 september 2019
ARREST
in de zaak van
VOF [X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen
het college van burgemeester en wethouders van de GEMEENTE VALKENBURG AAN DE GEUL
op het beroep in cassatie gericht tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 1 november 2018, nr. 17/00599, op het hoger beroep van belanghebbende en het incidentele hoger beroep van de heffingsambtenaar tegen een uitspraak van de Rechtbank Limburg (nr. ROE 16/492) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2015 opgelegde aanslag in de precariobelasting.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Valkenburg aan de Geul (hierna: het College) heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
Het College heeft een conclusie van dupliek ingediend.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.