Hoge Raad, 01-02-2019, ECLI:NL:HR:2019:161, 18/03192
Hoge Raad, 01-02-2019, ECLI:NL:HR:2019:161, 18/03192
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 1 februari 2019
- Datum publicatie
- 1 februari 2019
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2019:161
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2018:6308
- Zaaknummer
- 18/03192
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
1 februari 2019
Nr. 18/03192
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 10 juli 2018, nr. 17/00966, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland (nr. AWB 17/00988) betreffende de ten aanzien van belanghebbende geheven leges.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.