Home

Hoge Raad, 13-12-2019, ECLI:NL:HR:2019:1955, 18/04155

Hoge Raad, 13-12-2019, ECLI:NL:HR:2019:1955, 18/04155

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
13 december 2019
Datum publicatie
13 december 2019
ECLI
ECLI:NL:HR:2019:1955
Formele relaties
Zaaknummer
18/04155

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 18/04155

Datum 13 december 2019

ARREST

in de zaak van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen

de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

op het beroep in cassatie gericht tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 23 augustus 2018, nr. 17/00852, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (nrs. BRE 16/2351 en BRE 17/741) betreffende een ten aanzien van belanghebbende gegeven beschikking inzake belastingrente.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.

De Staatssecretaris heeft een verweerschrift ingediend.

2 Beoordeling van de klachten

De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing