Home

Hoge Raad, 08-03-2019, ECLI:NL:HR:2019:324, 18/02980

Hoge Raad, 08-03-2019, ECLI:NL:HR:2019:324, 18/02980

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
8 maart 2019
Datum publicatie
8 maart 2019
ECLI
ECLI:NL:HR:2019:324
Formele relaties
Zaaknummer
18/02980

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

8 maart 2019

Nr. 18/02980

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z], (België) (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s‑Hertogenbosch van 15 juni 2018, nrs. 16/03815 en 16/03816, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Breda (nrs. BRE 15/3828 en 15/7163) betreffende de aan belanghebbende voor de jaren 2008 en 2010 opgelegde aanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.

2 Beoordeling van de klachten

De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing