Hoge Raad, 08-03-2019, ECLI:NL:HR:2019:330, 18/05107
Hoge Raad, 08-03-2019, ECLI:NL:HR:2019:330, 18/05107
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 8 maart 2019
- Datum publicatie
- 8 maart 2019
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2019:330
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2018:9454
- Zaaknummer
- 18/05107
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o
Uitspraak
8 maart 2019
Nr. 18/05107
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 30 oktober 2018, nr. 17/01418, betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2013 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
Het beroepschrift in cassatie bevat, hoewel artikel 6:5, lid 1, letter d, Awb dit vereist, niet de gronden van het beroep.
Bij aangetekende brief van 13 december 2018, die volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL is afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres, heeft de griffier van de Hoge Raad belanghebbende in de gelegenheid gesteld dat verzuim binnen zes weken na de dagtekening van deze brief te herstellen. Belanghebbende heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt.
Daarom zal de Hoge Raad met toepassing van het bepaalde in artikel 6:6 Awb het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk verklaren.
2 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen redenen voor een veroordeling in de proceskosten.
3 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 8 maart 2019.