Hoge Raad, 15-03-2019, ECLI:NL:HR:2019:362, 18/03843
Hoge Raad, 15-03-2019, ECLI:NL:HR:2019:362, 18/03843
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 15 maart 2019
- Datum publicatie
- 15 maart 2019
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2019:362
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2018:6896
- Zaaknummer
- 18/03843
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
15 maart 2019
Nr. 18/03843
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 31 juli 2018, nrs. 17/00851 tot en met 17/00857, betreffende een verzoek van belanghebbende tot herziening van de uitspraak van dat Hof van 9 augustus 2016, nrs. 13/01292bis tot en met 13/01296bis, 13/01297bis en 13/01298bis.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, omdat de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.