Home

Hoge Raad, 12-04-2019, ECLI:NL:HR:2019:586, 18/04938

Hoge Raad, 12-04-2019, ECLI:NL:HR:2019:586, 18/04938

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
12 april 2019
Datum publicatie
12 april 2019
ECLI
ECLI:NL:HR:2019:586
Formele relaties
Zaaknummer
18/04938

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

12 april 2019

Nr. 18/04938

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 1 november 2018, nr. 17/00387, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nr. HAA 16/4818) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2013 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en de daarbij gegeven beschikking inzake belastingrente.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

2 Beoordeling van de klachten

De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing