Home

Hoge Raad, 10-05-2019, ECLI:NL:HR:2019:695, 18/03555

Hoge Raad, 10-05-2019, ECLI:NL:HR:2019:695, 18/03555

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
10 mei 2019
Datum publicatie
10 mei 2019
ECLI
ECLI:NL:HR:2019:695
Formele relaties
Zaaknummer
18/03555

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

10 mei 2019

Nr. 18/03555

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 5 juli 2018, nr. 15/00725, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Amsterdam (nr. AMS 14/1928) betreffende de ten aanzien van belanghebbende geheven leges.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam heeft een verweerschrift ingediend.

2 Beoordeling van de klachten

De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing