Hoge Raad, 18-01-2019, ECLI:NL:HR:2019:70, 18/01568
Hoge Raad, 18-01-2019, ECLI:NL:HR:2019:70, 18/01568
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 18 januari 2019
- Datum publicatie
- 18 januari 2019
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2019:70
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2018:1284
- Zaaknummer
- 18/01568
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
18 januari 2019
Nr. 18/01568
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 8 maart 2018, nr. 17/00288, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nr. HAA 16/5329) betreffende de aan belanghebbende in het jaar 2016 in rekening gebrachte dagtoeristenbelastingenbelasting.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.