Hoge Raad, 10-05-2019, ECLI:NL:HR:2019:706, 19/01526
Hoge Raad, 10-05-2019, ECLI:NL:HR:2019:706, 19/01526
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 10 mei 2019
- Datum publicatie
- 13 mei 2019
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2019:706
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2018:1913
- Zaaknummer
- 19/01526
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o.
Uitspraak
10 mei 2019
Nr. 19/01526
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] tegen de beslissing van het Gerechtshof Den Haag van 31 juli 2018, nr. 000977-18, op een verzoek tot wraking.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
Tegen een beslissing als bedoeld in artikel 8:18, lid 3, van de Algemene wet bestuursrecht stelt de wet geen rechtsmiddel open. Het beroep in cassatie moet daarom niet‑ontvankelijk worden verklaard.
2 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen redenen voor een veroordeling in de proceskosten.
3 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 10 mei 2019.