Hoge Raad, 18-01-2019, ECLI:NL:HR:2019:73, 18/03661
Hoge Raad, 18-01-2019, ECLI:NL:HR:2019:73, 18/03661
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 18 januari 2019
- Datum publicatie
- 18 januari 2019
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2019:73
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2018:2336
- Zaaknummer
- 18/03661
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.
Uitspraak
18 januari 2019
Nr. 18/03661
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 5 juli 2018, nr. 17/00239, betreffende een aan belanghebbende voor het jaar 2013 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad is van oordeel dat het voorgestelde middel geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat het middel klaarblijkelijk niet tot cassatie kan leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur‑Generaal – het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk verklaren.
2 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 18 januari 2019.