Hoge Raad, 17-05-2019, ECLI:NL:HR:2019:733, 18/03639
Hoge Raad, 17-05-2019, ECLI:NL:HR:2019:733, 18/03639
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 17 mei 2019
- Datum publicatie
- 17 mei 2019
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2019:733
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2018:2920
- Zaaknummer
- 18/03639
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
17 mei 2019
Nr. 18/03639
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 12 juli 2018, nrs. 16/00046 tot en met 16/00049, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (nrs. BRE 15/3945 tot en met 15/3950) betreffende de aan belanghebbende over de jaren 2009 en 2010 opgelegde navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en in de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
2 Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.