Hoge Raad, 21-05-2019, ECLI:NL:HR:2019:775, 17/04194
Hoge Raad, 21-05-2019, ECLI:NL:HR:2019:775, 17/04194
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 21 mei 2019
- Datum publicatie
- 21 mei 2019
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2019:775
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2019:278
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2017:6347, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 17/04194
Inhoudsindicatie
Witwassen (meermalen gepleegd) door als bewindvoerder van zijn tante voor belastingdienst te verzwijgen dat er grote geldbedragen op Luxemburgse bankrekeningen stonden en deze zwarte geldbedragen (€ 100.000,- en € 231.300,83) contant op te nemen en aan zijn moeder te overhandigen art. 420bis.1.b Sr. Verweer strekkende tot n-o verklaring OM in vervolging o.g.v. afgeleid beroep op inkeerregeling a.b.i. art. 69.3 AWR. 1. Verschillende klachten tegen bewezenverklaring van witwassen, o.m. over verwerping van (afgeleid) beroep op inkeerregeling a.b.i. 69.3 AWR, wetenschap die verdachte bij overdragen van ‘zwart geld’ had en uitleg van ‘omzetten’ of ‘overdragen’ in de zin van art. 420bis Sr. 2. Klacht dat Hof geen acht heeft geslagen op feit (valsheid in geschrift) dat onverbrekelijk zou samenhangen met beslissing waarvoor na cassatie is teruggewezen. HR: art. 81.1 RO. Vervolg op ECLI:NL:HR:2016:555.
Uitspraak
21 mei 2019
Strafkamer
nr. S 17/04194
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, van 21 juli 2017, nummer 21/002627-16, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1957.
1 Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft I.J. Woltman, advocaat te Leeuwarden, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De plaatsvervangend Advocaat-Generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De raadsman heeft daarop schriftelijk gereageerd.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en E.F. Faase, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 mei 2019.