Hoge Raad, 11-09-2020, ECLI:NL:HR:2020:1388, 20/00923
Hoge Raad, 11-09-2020, ECLI:NL:HR:2020:1388, 20/00923
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 11 september 2020
- Datum publicatie
- 11 september 2020
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2020:1388
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2020:7
- Herziening: ECLI:NL:HR:2022:426
- Zaaknummer
- 20/00923
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 20/00923
Datum 11 september 2020
ARREST
in de zaak van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 7 januari 2020, nr. 17/00244, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Amsterdam (nr. AMS 15/863) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2014 opgelegde aanslag grafrechten van de gemeente Amstelveen.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De griffier van het Hof heeft op de uitspraak van het Hof aangetekend dat een afschrift van die uitspraak aangetekend aan partijen is verzonden op 13 januari 2020.
Uit een door de griffier van de Hoge Raad op het beroepschrift in cassatie gestelde aantekening blijkt dat dit beroepschrift op 10 maart 2020 bij de griffie van de Hoge Raad is ontvangen.
Het beroepschrift in cassatie is dus niet ingediend binnen de in artikel 6:7 Awb gestelde termijn van zes weken, die in dit geval eindigde op 24 februari 2020.
De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij aangetekende brief van 9 april 2020 in de gelegenheid gesteld aan te tonen dat het beroepschrift voor het einde van de beroepstermijn ter post is bezorgd, dan wel mee te delen waarom de beroepstermijn is overschreden. Deze brief is volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres. Belanghebbende heeft van deze gelegenheid geen gebruikgemaakt.
Het beroep in cassatie moet daarom niet-ontvankelijk worden verklaard.
2 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling van de proceskosten.
3 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 11 september 2020.