Gerechtshof Amsterdam, 07-01-2020, ECLI:NL:GHAMS:2020:7, 17/00244
Gerechtshof Amsterdam, 07-01-2020, ECLI:NL:GHAMS:2020:7, 17/00244
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 7 januari 2020
- Datum publicatie
- 29 januari 2020
- ECLI
- ECLI:NL:GHAMS:2020:7
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2020:1388
- Zaaknummer
- 17/00244
Inhoudsindicatie
Aanslag grafrechten
Uitspraak
kenmerk 17/00244
7 januari 2020
uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] , wonende te [Z] , belanghebbende,
tegen de uitspraak van 22 maart 2017 in de zaak met kenmerk AMS 15/863 van de rechtbank Amsterdam (hierna: de rechtbank) in het geding tussen
belanghebbende
en
de heffingsambtenaar van de gemeente [Z], de heffingsambtenaar.
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft met dagtekening 30 april 2014 aan belanghebbende een aanslag grafrechten ten bedrage van € 81 voor het jaar 2014 opgelegd.
Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak van 31 december 2014 de aanslag grafrechten gehandhaafd.
De rechtbank heeft bij de uitspraak van 22 maart 2017 het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de rechtbank op 2 mei 2017 hoger beroep bij het Hof ingesteld en dat bij brieven van 2 mei 2017 en 27 mei 2017 nader gemotiveerd. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend. Belanghebbende heeft bij brieven van 12 en 15 juni 2018 nadere stukken ingediend. Hiervan zijn afschriften aan de heffingsambtenaar verzonden.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 26 juni 2018. Belanghebbende heeft ter zitting een wrakingsverzoek ingediend. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt. Hof Den Haag heeft bij de uitspraak van 31 juli 2018 het wrakingsverzoek afgewezen (ECLI:NL:GHDHA:2018:1913).
Partijen zijn daarop opnieuw uitgenodigd voor een mondelinge behandeling bij het Hof. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 27 november 2019. Belanghebbende, die bij aangetekende brief van 20 september 2019 – verzonden aan [adres] – is uitgenodigd voor de zitting, is niet verschenen. Blijkens gegevens van PostNL is de brief waarin de uitnodiging is verzonden op 21 september 2019 op het adres van belanghebbende aangeboden en voor ontvangst getekend. Namens de heffingsambtenaar zijn verschenen D.J. Konings en S. Polder. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.
2 Feiten
De rechtbank heeft in haar uitspraak – waarin belanghebbende en de heffingsambtenaar zijn aangeduid als ‘eiser’ respectievelijk ‘verweerder’ – de volgende feiten vastgesteld:
“1. Eiser beschikt over de rechten op een graf, genummerd [nummer] , gelegen op begraafplaats [Y] in de gemeente [Z] . Het grafrecht is in 2004 uitgegeven voor een periode van 20 jaar.
2. Verweerder heeft aan eiser voor het jaar 2014 een aanslag grafrechten opgelegd. In de uitspraak op bezwaar heeft verweerder het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.”
Nu de hiervoor vermelde feiten door partijen op zichzelf niet zijn bestreden, zal ook het Hof daarvan uitgaan. In aanvulling op deze feiten stelt het Hof de volgende feiten vast.
In de Tabel 2004 behorende bij de Verordening rechten begraafplaats [Y] 1990, tiende wijzigingsverordening, vastgesteld door de gemeenteraad van [Z] bij raadsbesluit van 6 november 2003 (hierna: Verordening 2004) is onder meer vermeld:
“Codering Omschrijving Tarief
(…)
1. Uitgifte eigen graven.
Begraven in een eigen graf.
Voor het verkrijgen van het uitsluitend recht om voor de tijd van twintig jaren in een eigen graf te doen begraven, indien dat graf behoort tot:
(…)
c. categorie C € 1.110,10
(…)
5. Onderhoud van graven.
Eenmalige rechten.
(…)
Eigen graven.
Vast recht.
Voor het van gemeentewege onderhouden van de begraaf-
plaats, een recht per kalenderjaar van € 47,50
(…)
Urngraven.
Voor het van gemeentewege onderhouden van urn-
graven, alsmede van in de nabijheid van die graven aan-
gebrachte beplantingen, een recht per kalenderjaar van € 78,20
(…)”
In de Verordening grafrechten [Y] 2014 van de gemeente [Z] (hierna: Verordening 2014) is onder meer vermeld:
“Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
a. begraafplaats: de algemene begraafplaats [Y] van de gemeente [Z] , gelegen in [Z]
(…)
c. graf: een zandgraf of een keldergraf;
(…)
g. particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
- het doen begraven en begraven houden van lijken;
- het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
- het doen verstrooien van as;
h. algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;
i. particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
- het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
- het doen verstrooien van as;
j. algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;
(…)
o. grafbedekking: gedenkteken of grafbeplanting op een graf, gedenkplaats of verstrooingsplaats.
Artikel 2 Belastbaar feit
Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats, voor het gebruik van het crematoriom en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats of het crematoriom.
(…)”
In de tarieventabel behorende bij de Verordening 2014 (hierna: Tabel 2014) is onder meer het volgende vermeld:
“Codering Omschrijving Tarief €
(…)
5. Onderhoud van graven:
(…)
Jaarlijkse rechten
Eigen graven
Jaarlijkse rechten eigen graven:
Voor het van gemeentewege onderhouden van de begraaf-
plaats, een recht per kalenderjaar van € 81,00
5.2.1.1. Onder het van gemeentewege onderhouden van de begraafplaats wordt verstaan:
Onderhoud algemeen groen, kosten afvoer blad, onderhoud bomen, nieuwe aanplant plantsoen, onderhoud paden, servicepunten en banken.
Het recht is tevens inclusief het onderhoud van de op de eigen graven aangebrachte beplantingen. (exclusief rozen)
(…)
5.2.1.2. Voor de afkoop voor het van gemeentewege onderhouden van
de begraafplaats kan een afkoopsom worden gestort voor een
periode van tien resp. twintig jaar, gelijk aan tien resp. twintig
maal de jaarlijkse onderhoudsrechten.
(…)
Urnengraven en Kindergraven
Urnengraven:
Voor het van gemeentewege onderhouden van urnengraven
en kindergraven <=1 m² (incl. het algemeen onderhoud van
de begraafplaats, vastrecht) een recht per kalenderjaar van € 81,00
(…)
5.3.1.1. Voor de afkoop voor het van gemeentewege onderhouden van
de urnengraven kan een afkoopsom worden gestort voor een
periode van tien resp. twintig jaar, gelijk aan tien resp. twintig
maal de jaarlijkse onderhoudsrechten. (…)”
Op een door belanghebbende overgelegde kostenberekening, die door hem voor ‘te voldoen’ is ondertekend op 11 februari 2004, is onder meer vermeld:
“(…)
Verzorgd door derden
Begraafrecht eigen graf € 659,50
Huur eigen graf categorie C (Hof: met de hand bijgeschreven “20 jaar”) € 1.110,10
Onderhoud eigen graf 1 jaar € 47,50
(…)”
3 Geschil in hoger beroep
Evenals in eerste aanleg is in hoger beroep in geschil of de aanslag grafrechten 2014 terecht is opgelegd. In hoger beroep is eveneens in geschil of de heffingsambtenaar door het opleggen van de aanslag grafrechten in strijd heeft gehandeld met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, meer in het bijzonder het gelijkheidsbeginsel.