Home

Hoge Raad, 09-10-2020, ECLI:NL:HR:2020:1578, 20/01394

Hoge Raad, 09-10-2020, ECLI:NL:HR:2020:1578, 20/01394

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
9 oktober 2020
Datum publicatie
9 oktober 2020
Annotator
ECLI
ECLI:NL:HR:2020:1578
Formele relaties
Zaaknummer
20/01394

Inhoudsindicatie

HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van artikel 80a RO.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 20/01394

Datum 9 oktober 2020

ARREST

in de zaak van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen

de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 10 maart 2020, nr. 19/00564 op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van Rechtbank Noord-Holland (nr. HAA 18/3935), betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2015 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.

1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De procureur–generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen.

De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).

2 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet–ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 9 oktober 2020.