Hoge Raad, 16-10-2020, ECLI:NL:HR:2020:1615, 19/05056
Hoge Raad, 16-10-2020, ECLI:NL:HR:2020:1615, 19/05056
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 16 oktober 2020
- Datum publicatie
- 16 oktober 2020
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2020:1615
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2019:2650
- Zaaknummer
- 19/05056
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 19/05056
Datum 16 oktober 2020
ARREST
in de zaak van
[X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende)
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 18 september 2019, nr. BK-17/00644, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Rotterdam (nr. ROT 16/5430) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2016 opgelegde aanslag BIZ-bijdrage [A] in de gemeente Nissewaard.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel aangevoerd.
2 Beoordeling van het middel
De Hoge Raad heeft het middel over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat dit middel niet kan leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van het middel is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie).
3 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.