Hoge Raad, 21-02-2020, ECLI:NL:HR:2020:304, 19/04613
Hoge Raad, 21-02-2020, ECLI:NL:HR:2020:304, 19/04613
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 21 februari 2020
- Datum publicatie
- 21 februari 2020
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2020:304
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2019:3210
- Zaaknummer
- 19/04613
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 19/04613
Datum 21 februari 2020
ARREST
in de zaak van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 3 september 2019, nr. 18/00320, op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nr. HAA 17/3935) betreffende het verzoek van belanghebbende om toekenning van een dwangsom.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
Het beroepschrift in cassatie bevat, hoewel artikel 6:5, lid 1, letter d, Awb dit vereist, niet de gronden van het beroep.De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij aangetekende brief van 11 oktober 2019 in de gelegenheid gesteld dit verzuim binnen zes weken te herstellen. Deze brief is aangetekend verzonden en is volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres. Belanghebbende heeft van deze gelegenheid geen gebruikgemaakt.Daarom zal de Hoge Raad met toepassing van het bepaalde in artikel 6:6 Awb het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.
2 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
3 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 21 februari 2020.