Home

Hoge Raad, 28-02-2020, ECLI:NL:HR:2020:353, 19/03806

Hoge Raad, 28-02-2020, ECLI:NL:HR:2020:353, 19/03806

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
28 februari 2020
Datum publicatie
28 februari 2020
ECLI
ECLI:NL:HR:2020:353
Formele relaties
Zaaknummer
19/03806

Inhoudsindicatie

HR verklaart het beroep in cassatie n-o.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 19/03806

Datum 28 februari 2020

ARREST

in de zaak van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen

de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 10 juli 2019, nrs. 18/01006 tot en met 18/01012, betreffende aan belanghebbende voor de jaren 2009 tot en met 2015 opgelegde (navorderings)aanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en de daarbij gegeven beschikkingen inzake heffingsrente en belastingrente.

1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

Het beroepschrift in cassatie bevat, hoewel artikel 6:5, lid 1, letter d, Awb dit vereist, niet de gronden van het beroep.

De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij aangetekende brief van 14 augustus 2019 in de gelegenheid gesteld dat verzuim binnen zes weken te herstellen. Deze brief is aangetekend verzonden en is volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres. Belanghebbende heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt. Daarom zal de Hoge Raad met toepassing van het bepaalde in artikel 6:6 Awb het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.

2 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en L.F. van Kalmthout, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 28 februari 2020.