Hoge Raad, 13-03-2020, ECLI:NL:HR:2020:420, 19/03522
Hoge Raad, 13-03-2020, ECLI:NL:HR:2020:420, 19/03522
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 13 maart 2020
- Datum publicatie
- 13 maart 2020
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2020:420
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2019:2453
- Zaaknummer
- 19/03522
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 19/03522
Datum 13 maart 2020
ARREST
in de zaak van
[X] VOF te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen
de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
op het beroep in cassatie gericht tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 12 juli 2019, nrs. 18/00254 tot en met 18/00256, betreffende aan belanghebbende over de periode 1 januari 2010 tot en met 31 december 2012 opgelegde naheffingsaanslagen in de omzetbelasting.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De procureur‑generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen.Nadien heeft belanghebbende nog een geschrift ingediend. Aangezien de wet daartoe niet de mogelijkheid biedt, slaat de Hoge Raad op dit stuk geen acht.
De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).
2 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
3 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en L.F. van Kalmthout, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 13 maart 2020.