Home

Hoge Raad, 29-05-2020, ECLI:NL:HR:2020:879, 19/04244

Hoge Raad, 29-05-2020, ECLI:NL:HR:2020:879, 19/04244

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
29 mei 2020
Datum publicatie
29 mei 2020
ECLI
ECLI:NL:HR:2020:879
Formele relaties
Zaaknummer
19/04244

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 19/04244

Datum 29 mei 2020

ARREST

in de zaak van

de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

tegen

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 6 augustus 2019, nr. 18/00008, betreffende een aan belanghebbende opgelegde conserverende navorderingsaanslag in het recht van successie.

1 Het eerste geding in cassatie

Bij arrest van de Hoge Raad van 22 december 2017, nr. 16/05639, ECLI:NL:HR:2017:3229, is vernietigd de uitspraak van het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch (nr. 15/00701), met verwijzing van het geding naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (hierna: het Hof) ter verdere behandeling en beslissing van de zaak met inachtneming van dat arrest.

2 Het tweede geding in cassatie

De Staatssecretaris heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel voorgesteld.

Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.

3 Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft het middel over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat het middel niet kan leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van het middel is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie).

4 Proceskosten

5 Beslissing