Home

Hoge Raad, 02-07-2021, ECLI:NL:HR:2021:1071, 20/03820

Hoge Raad, 02-07-2021, ECLI:NL:HR:2021:1071, 20/03820

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
2 juli 2021
Datum publicatie
2 juli 2021
ECLI
ECLI:NL:HR:2021:1071
Formele relaties
Zaaknummer
20/03820

Inhoudsindicatie

HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van artikel 80a RO.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 20/03820

Datum 2 juli 2021

ARREST

in de zaak van

[X] te [Z] , België (hierna: belanghebbende)

tegen

de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 15 oktober 2020, nrs. 20/00076 tot en met 20/00085, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (nrs. BRE 18/3499 en 18/3849 tot en met 18/3857) betreffende een verzoek van belanghebbende om vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn.

1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De Hoge Raad heeft het middel over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De procureurgeneraal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen.

De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).

2 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 2 juli 2021.