Hoge Raad, 09-07-2021, ECLI:NL:HR:2021:1097, 20/00607
Hoge Raad, 09-07-2021, ECLI:NL:HR:2021:1097, 20/00607
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 9 juli 2021
- Datum publicatie
- 9 juli 2021
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2021:1097
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2021:157, Gevolgd
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2019:4217, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 20/00607
Inhoudsindicatie
Art. 81 lid 1 RO. Verbintenissenrecht. Is contractuele vervaltermijn van terugkoopregeling verstreken? Motiveringsklachten. Afwijzing van verzoek op de voet van art. 22 Rv en van incidentele vordering op de voet van art. 843a Rv.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 20/00607
Datum 9 juli 2021
ARREST
In de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
hierna: [eiser],
advocaat: J. van Weerden,
tegen
1. PRORAIL B.V.,
gevestigd te Utrecht,
2. RAILINFRATRUST B.V.,
gevestigd te Utrecht,
hierna gezamenlijk: Prorail,
VERWEERSTERS in cassatie,
advocaat: M.W. Scheltema,
3. GEMEENTE BEST,
zetelende te Best,
hierna: gemeente Best,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
-
het vonnis in de zaak C/01/270417 / HA ZA 13-808 van de rechtbank Oost-Brabant van 19 augustus 2015;
-
de arresten in de zaak 200.194.613/01 van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 24 januari 2017 en 19 november 2019.
[eiser] heeft tegen het arrest van het hof van 19 november 2019 beroep in cassatie ingesteld.
Prorail heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend. Tegen gemeente Best is verstek verleend.
De zaak is voor Prorail toegelicht door haar advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
2 Beoordeling van het middel
De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).
3 Beslissing
De Hoge Raad:
- -
-
verwerpt het beroep;
- -
-
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Prorail begroot op € 6.971,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien [eiser] deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan, en aan de zijde van gemeente Best begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident M.V. Polak als voorzitter en de raadsheren H.M. Wattendorff en F.R. Salomons, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.J. Kroeze op 9 juli 2021.