Home

Hoge Raad, 15-10-2021, ECLI:NL:HR:2021:1530, 21/00325

Hoge Raad, 15-10-2021, ECLI:NL:HR:2021:1530, 21/00325

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
15 oktober 2021
Datum publicatie
15 oktober 2021
ECLI
ECLI:NL:HR:2021:1530
Formele relaties
Zaaknummer
21/00325

Inhoudsindicatie

HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 21/00325

Datum 15 oktober 2021

ARREST

in de zaak van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen

de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN,

vertegenwoordigd door [P],

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 8 december 2020, nrs. 19/01301 en 19/01360, op het hoger beroep van belanghebbende en van de Inspecteur tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nr. HAA 18/958) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2015 bij de aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegde verzuimboete.

1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen.

De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).

In het beroepschrift in cassatie verzoekt belanghebbende hem in de gelegenheid te stellen zijn zaak ter zitting van de Hoge Raad laten bepleiten door een advocaat. Omdat het beroep in cassatie op de hiervoor genoemde gronden niet-ontvankelijk wordt verklaard, wijst de Hoge Raad dit verzoek af.

2 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie nietontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en M.T. Boerlage, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 15 oktober 2021.