Hoge Raad, 09-07-2021, ECLI:NL:HR:2021:1998, 21/00335
Hoge Raad, 09-07-2021, ECLI:NL:HR:2021:1998, 21/00335
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 9 juli 2021
- Datum publicatie
- 1 maart 2022
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2021:1998
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2020:9264
- Zaaknummer
- 21/00335
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 21/00335
Datum 9 juli 2021
ARREST
in de zaak van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen
de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN,
vertegenwoordigd door [P]
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 10 november 2020, nrs. 19/00058 en 19/00532, op het hoger beroep van belanghebbende en het incidentele hoger beroep van de Inspecteur tegen de uitspraken van de Rechtbank Gelderland (nrs. AWB 17/2590 en AWB 18/2968) betreffende de aan belanghebbende voor de jaren 2013 en 2014 opgelegde aanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en de daarbij gegeven beschikkingen inzake belastingrente.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De procureurgeneraal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen.
De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).
2 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
3 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet–ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 9 juli 2021.