Hoge Raad, 12-03-2021, ECLI:NL:HR:2021:356, 19/01678
Hoge Raad, 12-03-2021, ECLI:NL:HR:2021:356, 19/01678
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 12 maart 2021
- Datum publicatie
- 12 maart 2021
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2021:356
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2019:635
- Zaaknummer
- 19/01678
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 19/01678
Datum 12 maart 2021
ARREST
in de zaak van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen
de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 21 februari 2019, nrs. 17/00474 tot en met 17/00478, op het hoger beroep van belanghebbende en het (voorwaardelijke) incidentele hoger beroep van de Inspecteur tegen een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (nrs. BRE 15/8503 tot en met 15/8507) betreffende de aan belanghebbende over de jaren 2009, 2010 en 2011 opgelegde (navorderings)aanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen, een aan belanghebbende over tijdvakken in het jaar 2009 opgelegde naheffingsaanslag in de omzetbelasting, de daarbij gegeven boetebeschikkingen en de daarbij gegeven beschikkingen inzake heffingsrente.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.
De Staatssecretaris heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de middelen
De Hoge Raad heeft de middelen over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze middelen niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze middelen is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie).
3 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.