Hoge Raad, 15-01-2021, ECLI:NL:HR:2021:58, 20/01732
Hoge Raad, 15-01-2021, ECLI:NL:HR:2021:58, 20/01732
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 15 januari 2021
- Datum publicatie
- 15 januari 2021
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2021:58
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2020:3828
- Zaaknummer
- 20/01732
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 20/01732
Datum 15 januari 2021
ARREST
in de zaak van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 12 mei 2020, nr. 19/00460, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland (nr. AWB 18/5185) betreffende van belanghebbende geheven leges.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld.
2 Beoordeling van de klacht
De Hoge Raad heeft de klacht over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klacht niet kan leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klacht is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie).
3 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.