Hoge Raad, 07-05-2021, ECLI:NL:HR:2021:718, 20/02620
Hoge Raad, 07-05-2021, ECLI:NL:HR:2021:718, 20/02620
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 7 mei 2021
- Datum publicatie
- 7 mei 2021
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2021:718
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2020:2249, Niet ontvankelijk
- Zaaknummer
- 20/02620
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van artikel 80a RO.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 20/02620
Datum 7 mei 2021
ARREST
in de zaak van
[X] te [Z], (hierna: belanghebbende)
tegen
de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN,
vertegenwoordigd door [P]
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 16 juli 2020, nrs. 19/00656 en 19/00657, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (nrs. BRE 18/2152 en 18/2153) betreffende de aan belanghebbende over de jaren 2014 en 2015 opgelegde (navorderings)aanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en de daarbij gegeven beschikkingen inzake belastingrente.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen.
De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).
2 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
3 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 7 mei 2021.