Hoge Raad, 28-05-2021, ECLI:NL:HR:2021:794, 20/01223
Hoge Raad, 28-05-2021, ECLI:NL:HR:2021:794, 20/01223
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 28 mei 2021
- Datum publicatie
- 28 mei 2021
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2021:794
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2020:970, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 20/01223
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 20/01223
Datum 28 mei 2021
ARREST
in de zaak van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen
het COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE
'S-HERTOGENBOSCH
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 13 maart 2020, nr. 19/00321, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant (nr. SHE 18/312) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2017 opgelegde aanslag in de precariobelasting van de gemeente ‘s-Hertogenbosch.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende, vertegenwoordigd door A.H.M. Rieter, heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente ’s-Hertogenbosch, vertegenwoordigd door R.A.M.T. Klaassen, heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de middelen
De Hoge Raad heeft de middelen over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze middelen niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze middelen is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie).
3 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.