Hoge Raad, 08-07-2022, ECLI:NL:HR:2022:1052, 22/01258
Hoge Raad, 08-07-2022, ECLI:NL:HR:2022:1052, 22/01258
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 8 juli 2022
- Datum publicatie
- 8 juli 2022
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2022:1052
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2022:804
- Zaaknummer
- 22/01258
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 22/01258
Datum 8 juli 2022
ARREST
in de zaak van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen
de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 15 maart 2022, nrs. 20/00734 tot en met 20/007431, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van Rechtbank Noord-Holland (nrs. HAA 20/259 tot en met 20/268) betreffende de aan belanghebbende over de jaren 2006 tot en met 2015 opgelegde navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen, de daarbij opgelegde boetebeschikkingen en beschikkingen inzake heffingsrente respectievelijk belastingrente.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De procureurgeneraal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen.
De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).
2 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
3 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren J. Wortel en M.T. Boerlage, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 8 juli 2022.