Hoge Raad, 09-09-2022, ECLI:NL:HR:2022:1171, 21/04643
Hoge Raad, 09-09-2022, ECLI:NL:HR:2022:1171, 21/04643
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 9 september 2022
- Datum publicatie
- 9 september 2022
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2022:1171
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2021:9550, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 21/04643
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 21/04643
Datum 9 september 2022
ARREST
in de zaak van
[X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen
de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 12 oktober 2021, nrs. 19/01307 tot en met 19/013191, op het hoger beroep van belanghebbende en het incidentele hoger beroep van de Inspecteur tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland (nrs. AWB 18/2454, AWB 18/2455, AWB 18/2459, AWB 18/2463 tot en met AWB 18/2466, AWB 18/2471, AWB 18/2473 en AWB 18/2475 tot en met AWB 18/2478) betreffende door belanghebbende op aangifte voldane bedragen aan belasting van personenauto’s en motorrijwielen.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende, vertegenwoordigd door A.F.M.J. Verhoeven, heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd. De Staatssecretaris, vertegenwoordigd door [P], heeft een verweerschrift ingediend. Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie).
3 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.