Home

Hoge Raad, 23-09-2022, ECLI:NL:HR:2022:1306, 21/04624

Hoge Raad, 23-09-2022, ECLI:NL:HR:2022:1306, 21/04624

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
23 september 2022
Datum publicatie
23 september 2022
ECLI
ECLI:NL:HR:2022:1306
Formele relaties
Zaaknummer
21/04624

Inhoudsindicatie

HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 21/04624

Datum 23 september 2022

ARREST

in de zaak van

[X] te [Z] , België, (hierna: belanghebbende)

tegen

de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN,

vertegenwoordigd door [P] ,

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant van 14 oktober 2021, nr. BRE 20/7471, op het verzet van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank van 3 juli 2020.

1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De Hoge Raad heeft de uitspraak van de Rechtbank op het verzet beoordeeld. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen.

De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).

2 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de raadsheer M.W.C. Feteris als voorzitter, en de raadsheren E.F. Faase en J.A.R. van Eijsden, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 23 september 2022.