Hoge Raad, 14-10-2022, ECLI:NL:HR:2022:1442, 21/04379
Hoge Raad, 14-10-2022, ECLI:NL:HR:2022:1442, 21/04379
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 14 oktober 2022
- Datum publicatie
- 14 oktober 2022
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2022:1442
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2021:8826
- Zaaknummer
- 21/04379
Inhoudsindicatie
BPM; art. 8:75 Awb; onderdeel B1 van de bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht; waarde per punt in beroep en hoger beroep volgens onderdeel B1, lid 2 naar tarief jaar arrest Hoge Raad. Hof toetst terecht niet door Rechtbank toegekende proceskosten.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 21/04379
Datum 14 oktober 2022
ARREST
in de zaak van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen
1. de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
2. de STAAT (de MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID)
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 21 september 2021, nrs. 19/00303, 19/00304, 19/00384 en 19/003851, op het hoger beroep van belanghebbende en van de Inspecteur tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland (nrs. AWB 18/1907 en AWB 18/1983) betreffende door belanghebbende op aangifte voldane bedragen aan belasting van personenauto's en motorrijwielen.
1 Geding in cassatie
2 Beoordeling van de middelen
3 Proceskosten
De Staatssecretaris zal worden veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. Hierbij wordt in aanmerking genomen dat de zaken met de nummers 21/04378, 21/04379 en 21/04380 met elkaar samenhangen in de zin van het Besluit met elkaar samenhangen in de zin van .Bij de berekening van de vergoeding voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand gaat de Hoge Raad uit van de waarde per punt die is neergelegd in punt 2 van onderdeel B1 van de bijlage bij het Besluit (tekst vanaf 1 januari 2022).
4 Beslissing
Voetnoten
Regeling van de Minister voor Rechtsbescherming van 19 november 2021, nr. 3649830, tot indexering van bedragen in de Algemene wet bestuursrecht, het Besluit proceskosten bestuursrecht, de Wet griffierechten burgerlijke zaken en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, Stcrt. 2021, 48060.
Vgl. HR 9 september 2022, ECLI:NL:HR:2022:1169, rechtsoverweging 2.5.2.