Hoge Raad, 28-10-2022, ECLI:NL:HR:2022:1553, 22/00123
Hoge Raad, 28-10-2022, ECLI:NL:HR:2022:1553, 22/00123
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 28 oktober 2022
- Datum publicatie
- 28 oktober 2022
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2022:1553
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2021:3932
- Zaaknummer
- 22/00123
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 22/00123
Datum 28 oktober 2022
ARREST
in de zaak van
[X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen
de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 30 november 2021, nr. 21/003331, betreffende een beschikking sectorindeling voor de werknemersverzekeringen.
1 Het eerste geding in cassatie
Bij arrest van de Hoge Raad van 7 mei 2021, ECLI:NL:HR:2021:710, is vernietigd de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag, nr. BK-20/002692, met verwijzing van het geding naar het Gerechtshof Amsterdam (hierna: het Hof) ter verdere behandeling en beslissing van de zaak met inachtneming van dat arrest.
2 Het tweede geding in cassatie
Belanghebbende, vertegenwoordigd door P.A.M. van Doorn, heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.
De Staatssecretaris, vertegenwoordigd door [P], heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
3 Beoordeling van de middelen
De Hoge Raad heeft de middelen over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze middelen niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze middelen is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie).