Hoge Raad, 16-12-2022, ECLI:NL:HR:2022:1878, 21/02997
Hoge Raad, 16-12-2022, ECLI:NL:HR:2022:1878, 21/02997
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 16 december 2022
- Datum publicatie
- 16 december 2022
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2022:1878
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2021:1952
- Zaaknummer
- 21/02997
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 21/02997
Datum 16 december 2022
ARREST
in de zaak van
STICHTING [X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen
het DAGELIJKS BESTUUR VAN DE BELASTINGSAMENWERKING GEMEENTEN EN WATERSCHAPPEN LIMBURG
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 24 juni 2021, nr. 20/001401, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Limburg (nr. AWB 18/1762) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2014 opgelegde aanslag in de rioolheffing van de gemeente Nederweert.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende, vertegenwoordigd door [P1], heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld.
Het dagelijks bestuur van de belastingsamenwerking gemeenten en waterschappen Limburg (hierna: het Dagelijks Bestuur), vertegenwoordigd door [P2], heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
Het Dagelijks Bestuur heeft een conclusie van dupliek ingediend.
2 Beoordeling van het middel
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie).
3 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.