Home

Hoge Raad, 16-12-2022, ECLI:NL:HR:2022:1889, 20/03693

Hoge Raad, 16-12-2022, ECLI:NL:HR:2022:1889, 20/03693

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
16 december 2022
Datum publicatie
16 december 2022
ECLI
ECLI:NL:HR:2022:1889
Formele relaties
Zaaknummer
20/03693

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 20/03693

Datum 16 december 2022

ARREST

in de zaak van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen

de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 29 september 2020, nrs. 18/00498 tot en met 18/005011, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nrs. HAA 16/3927 tot en met HAA 16/3930) betreffende aan belanghebbende uitgereikte uitnodigingen tot betaling van douanerechten.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld.

De Staatssecretaris, vertegenwoordigd door [P], heeft een verweerschrift ingediend.

2 Beoordeling van de klachten

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing