Hoge Raad, 11-03-2022, ECLI:NL:HR:2022:354, 21/03191
Hoge Raad, 11-03-2022, ECLI:NL:HR:2022:354, 21/03191
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 11 maart 2022
- Datum publicatie
- 11 maart 2022
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2022:354
- Formele relaties
- In sprongcassatie op: ECLI:NL:RBZWB:2021:2733
- Zaaknummer
- 21/03191
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 21/03191
Datum 11 maart 2022
ARREST
in de zaak van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen
de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van de Rechtbank ZeelandWestBrabant van 4 juni 2021, nr. BRE 20/66961.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De griffier heeft belanghebbende bij aangetekende brief van 9 september 2021 gewezen op de verschuldigdheid van griffierecht en voor de betaling daarvan een termijn van vier weken gesteld. Deze brief is volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL afgehaald op de afhaallocatie. Het griffierecht is niet voldaan.
De griffier heeft belanghebbende bij aangetekende brief van 12 oktober 2021 in de gelegenheid gesteld mee te delen waarom het griffierecht niet is betaald. Deze brief is onbestelbaar teruggezonden aan de Hoge Raad, waarna het stuk bij gewone brief is verzonden naar het adres van belanghebbende. Tevens is het adres van belanghebbende geverifieerd. Belanghebbende heeft van de hiervoor bedoelde gelegenheid geen gebruikgemaakt.
Het beroep in cassatie moet daarom op grond van artikel 8:41, lid 6, Awb nietontvankelijk worden verklaard.
2 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
3 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en M.T. Boerlage, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 11 maart 2022.