Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 04-06-2021, ECLI:NL:RBZWB:2021:2733, AWB - 20 _ 6696
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 04-06-2021, ECLI:NL:RBZWB:2021:2733, AWB - 20 _ 6696
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 4 juni 2021
- Datum publicatie
- 14 juni 2021
- ECLI
- ECLI:NL:RBZWB:2021:2733
- Formele relaties
- Sprongcassatie: ECLI:NL:HR:2022:354
- Zaaknummer
- AWB - 20 _ 6696
Inhoudsindicatie
Voor deze uitspraak is geen samenvatting gemaakt.
Uitspraak
Belastingrecht, enkelvoudige kamer
Locatie: Breda
Zaaknummer BRE 20/6696
uitspraak van 4 juni 2021
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:55 Algemene wet bestuursrecht (Awb) op het verzet van:
[belanghebbende] , wonende te [woonplaats] ,
belanghebbende,
tegen de met toepassing van artikel 8:54 van de Awb gedane uitspraak van de rechtbank, van 4 december 2020, verzonden op 11 december 2020.
1 Behandeling van het verzet
Bij genoemde uitspraak van deze rechtbank is het beroep van belanghebbende (met bovengenoemd zaaknummer) met toepassing van artikel 8:54 van de Awb ongegrond verklaard, op grond van dat het bezwaar terecht niet-ontvankelijk is verklaard en het verzoek om ambtshalve vermindering terecht is afgewezen door de inspecteur.
Bij brief van 21 januari 2021, ontvangen op 26 januari 2021, heeft belanghebbende verzet gedaan tegen deze uitspraak.
Belanghebbende is in de gelegenheid gesteld over het verzet te worden gehoord. Belanghebbende is, met kennisgeving aan de rechtbank, niet verschenen. De rechtbank heeft het verzet behandeld ter zitting van 23 april 2021 in Breda, alwaar niemand is verschenen.
De rechtbank heeft vervolgens het onderzoek gesloten.
2 Feiten en de gronden van het verzet
De in dit verzet bestreden uitspraak van de rechtbank is gedagtekend op 4 december 2020 en met een begeleidende brief met dagtekening 11 december 2020 aan belanghebbende bekendgemaakt.
Het verzetschrift van belanghebbende is gedagtekend op donderdag 21 januari 2021. Het verzetschrift is op dinsdag 26 januari 2021 ontvangen ter griffie van de rechtbank.
De gronden waarop het verzet van belanghebbende is gebaseerd staan vermeld in het verzetschrift.
3 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het verzet
De termijn voor het indienen van een verzetschrift bedraagt ingevolge artikel 6:7 in samenhang gelezen met artikel 8:55 van de Awb zes weken. De verzettermijn eindigde in dit geval derhalve op 22 januari 2021.
Een verzetschrift is tijdig ingediend indien het voor het einde van de termijn is ontvangen. Bij verzending per post is een verzetschrift eveneens tijdig ingediend indien het voor het einde van de termijn van zes weken ter post is bezorgd, mits het niet later dan een week na afloop van die termijn is ontvangen (artikel 6:9 in samenhang gelezen met artikel 8:55 van de Awb).
Het verzetschrift is op dinsdag 26 januari 2021 bij de rechtbank ontvangen. Dit is binnen een week na afloop van de termijn. Gelet op de datum van ontvangst dient de rechtbank te onderzoeken of het verzetschrift voor het einde van de termijn, dus uiterlijk op 22 januari 2021, ter post is bezorgd. Nu op de enveloppe waarin het verzetschrift is verzonden een leesbaar poststempel is geplaatst moet als bewijsrechtelijk uitgangspunt worden genomen dat terpostbezorging heeft plaatsgevonden op de dag waarop het poststuk door het postvervoersbedrijf is afgestempeld.1 De datum van het poststempel is maandag 25 januari 2021. Dat is na afloop van de termijn van zes weken.
Voor afwijking van voornoemde uitgangspunt bestaat aanleiding indien de rechtbank aannemelijk acht dat het verzetschrift ter post is bezorgd vóór de datum van de afstempeling door het postvervoerbedrijf. De bewijslast hiervoor ligt bij belanghebbende.
Belanghebbende heeft in zijn brief met dagtekening 4 februari 2021 desgevraagd aangegeven dat hij het verzetschrift op het randje heeft ingestuurd, maar zeker niet te laat. Hij vermoedt dat er vertraging bij PostNL heeft gezeten. De rechtbank acht de verklaring van belanghebbende omtrent de tijdige terpostbezorging geloofwaardig, zodat het verzet ontvankelijk is en de rechtbank toekomt aan een beoordeling van het verzet.