Hoge Raad, 20-05-2022, ECLI:NL:HR:2022:729, 20/03657
Hoge Raad, 20-05-2022, ECLI:NL:HR:2022:729, 20/03657
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 20 mei 2022
- Datum publicatie
- 20 mei 2022
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2022:729
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2020:7950
- Zaaknummer
- 20/03657
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 20/03657
Datum 20 mei 2022
ARREST
in de zaak van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen
de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 29 september 2020, nrs. 19/00727, 19/00728 en 19/00729, op het hoger beroep van de Inspecteur tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland (nrs. AWB 18/3611, AWB 18/3612 en AWB 18/3613) betreffende een aan belanghebbende over het jaar 2011 opgelegde navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen, de daarbij gegeven beschikking inzake heffingsrente en een aan belanghebbende over het jaar 2011 opgelegde navorderingsaanslag in de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel voorgesteld.
De Staatssecretaris, vertegenwoordigd door [P], heeft een verweerschrift ingediend.
2 Beoordeling van het middel
De Hoge Raad heeft het middel over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat dit middel niet kan leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van dit middel is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie).
3 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.