Home

Hoge Raad, 15-09-2023, ECLI:NL:HR:2023:1225, 23/01240

Hoge Raad, 15-09-2023, ECLI:NL:HR:2023:1225, 23/01240

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
15 september 2023
Datum publicatie
15 september 2023
ECLI
ECLI:NL:HR:2023:1225
Formele relaties
Zaaknummer
23/01240

Inhoudsindicatie

HR verklaart het beroep in cassatie n-o.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 23/01240

Datum 15 september 2023

ARREST

op het door [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) ingestelde beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 15 februari 2023, nrs. 20/00799 en 20/008001.

1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij aangetekende brief van 4 mei 2023 gewezen op de verschuldigdheid van griffierecht en voor de betaling daarvan een termijn van vier weken gesteld. Deze brief is volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres. Het griffierecht is niet binnen de gestelde termijn voldaan.

De griffier van de Hoge Raad heeft op 13 juni 2023 een bericht in het digitale dossier van belanghebbende geplaatst waarbij belanghebbende in de gelegenheid is gesteld mee te delen waarom het griffierecht niet tijdig is betaald. Hetgeen belanghebbende in zijn via het webportaal van de Hoge Raad ingediende bericht van 11 juli 2023 aanvoert, vormt geen grond voor het oordeel dat belanghebbende niet in verzuim is geweest.

Het beroep in cassatie moet daarom op grond van artikel 8:41, lid 6, Awb niet-ontvankelijk worden verklaard.

2 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren P.A.G.M. Cools en A.E.H. van der Voort Maarschalk, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 15 september 2023.

Het door belanghebbende als griffierecht betaalde bedrag van € 136 wordt door de griffier van de Hoge Raad aan belanghebbende teruggegeven.