Home

Hoge Raad, 13-10-2023, ECLI:NL:HR:2023:1452, 22/03844

Hoge Raad, 13-10-2023, ECLI:NL:HR:2023:1452, 22/03844

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
13 oktober 2023
Datum publicatie
13 oktober 2023
ECLI
ECLI:NL:HR:2023:1452
Formele relaties
Zaaknummer
22/03844

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 22/03844

Datum 13 oktober 2023

ARREST

in de zaak van

[X] (hierna: belanghebbende)

tegen

de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland van 2 september 2022, nr. HAA 21/5334 V1, op het verzet van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank van 26 april 2022.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende, vertegenwoordigd door B.R.R. James en D. Morales, heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank op het verzet beroep in cassatie ingesteld.

De Staatssecretaris, vertegenwoordigd door [P], heeft een verweerschrift ingediend.

2 Beoordeling van de middelen

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van de Rechtbank beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing