Hoge Raad, 03-02-2023, ECLI:NL:HR:2023:147, 22/02078
Hoge Raad, 03-02-2023, ECLI:NL:HR:2023:147, 22/02078
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 3 februari 2023
- Datum publicatie
- 3 februari 2023
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2023:147
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2022:1231
- Zaaknummer
- 22/02078
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.
Uitspraak
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 22/02078
Datum 3 februari 2023
ARREST
in de zaak van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende),
vertegenwoordigd door G. Veldhuisen,
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 21 april 2022, nrs. 21/00139 tot en met 21/001411, op het door belanghebbende gedane verzoek om herziening van de uitspraak van dat Hof van 21 december 2017 (nrs. 16/00095 tot en met 16/00097).
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen. De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).
2 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
3 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren P.A.G.M. Cools en A.E.H. van der Voort Maarschalk, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier S. Joosten, en in het openbaar uitgesproken op 3 februari 2023.