Home

Hoge Raad, 01-12-2023, ECLI:NL:HR:2023:1676, 22/02096

Hoge Raad, 01-12-2023, ECLI:NL:HR:2023:1676, 22/02096

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
1 december 2023
Datum publicatie
1 december 2023
ECLI
ECLI:NL:HR:2023:1676
Formele relaties
Zaaknummer
22/02096

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 22/02096

Datum 1 december 2023

ARREST

in de zaak van

[X] (hierna: belanghebbende)

tegen

de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 4 mei 2022, nr. BK-21/004001, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag (nr. SGR 20/2743) betreffende een ten aanzien van belanghebbende gegeven beschikking op een verzoek om teruggaaf van omzetbelasting voor het tijdvak 1 januari 2018 tot en met 31 maart 2018 en een aan belanghebbende opgelegde naheffingsaanslag over hetzelfde tijdvak.

1 Geding in cassatie

1.1

Belanghebbende, vertegenwoordigd door A.F. van Hecke, heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld.De Staatssecretaris, vertegenwoordigd door [P], heeft een verweerschrift ingediend.Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.

1.2

Naar aanleiding van een mededeling van de president van het gerechtshof Den Haag aan partijen dat een of meer raadsheren van dat hof niet op correcte wijze zijn beëdigd, zijn partijen in de gelegenheid gesteld een reactie in te dienen. Belanghebbende heeft daarop het cassatieberoep aangevuld. Aangezien deze aanvulling na afloop van de daartoe gestelde termijn is ingediend, slaat de Hoge Raad op dit stuk geen acht.

2 Beoordeling van de klachten

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing