Home

Hoge Raad, 22-12-2023, ECLI:NL:HR:2023:1784, 23/01300

Hoge Raad, 22-12-2023, ECLI:NL:HR:2023:1784, 23/01300

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
22 december 2023
Datum publicatie
22 december 2023
ECLI
ECLI:NL:HR:2023:1784
Formele relaties
Zaaknummer
23/01300

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 23/01300

Datum 22 december 2023

ARREST

in de zaak van

[X] (hierna: belanghebbende)

tegen

het COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE BLOEMENDAAL

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 16 februari 2023, nr. 21/017881, op het hoger beroep van de heffingsambtenaar van de gemeente Bloemendaal en het incidenteel hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nr. HAA 20/632) betreffende de ten aanzien van belanghebbende gegeven beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken en de aanslagen in de onroerendezaakbelastingen, in de rioolheffing en in de afvalstoffenheffing voor het jaar 2019.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende, vertegenwoordigd door R.M. Vermeulen, heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld.

2 Beoordeling van de middelen

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing