Home

Hoge Raad, 10-03-2023, ECLI:NL:HR:2023:378, 22/04262

Hoge Raad, 10-03-2023, ECLI:NL:HR:2023:378, 22/04262

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
10 maart 2023
Datum publicatie
10 maart 2023
ECLI
ECLI:NL:HR:2023:378
Formele relaties
Zaaknummer
22/04262

Inhoudsindicatie

HR verklaart het beroep in cassatie n-o.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 22/04262

Datum 10 maart 2023

ARREST

op het door M. van der Stelt te Hendrik-Ido-Ambacht ingestelde beroep in cassatie tegen de uitspraak van Gerechtshof Den Haag van 6 oktober 2022, nrs. BK-21/00258 en BK21/002591.

1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

1.1

In deze zaak is bij aangetekende brief beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Hof ingesteld. Uit het beroepschrift in cassatie blijkt dat het cassatieberoep is ingesteld door een beroepsmatig optredende rechtsbijstandverlener namens [X] te [Z].

1.2

Artikel 1 van het Besluit van 6 maart 2019, Staatsblad 2020, 99, brengt mee dat een beroepsmatig optredende rechtsbijstandverlener verplicht is digitaal te procederen. In deze zaak had het beroepschrift in cassatie dus digitaal, via het webportaal van de Hoge Raad, moeten worden ingediend.

De griffier van de Hoge Raad heeft de indiener van het beroepschrift daarom bij brief van 25 november 2022 verzocht het beroepschrift in cassatie binnen zes weken via het webportaal van de Hoge Raad in te dienen. Deze brief is aangetekend verzonden en is volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL afgehaald op de afhaallocatie. De indiener van het beroepschrift heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt.

Daarom zal de Hoge Raad met toepassing van artikel 8:36a, lid 5, Awb het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.

2 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren J. Wortel en M.T. Boerlage, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 10 maart 2023.